Duurzaamheid is een ander woord voor toekomst

Duurzaamheid is een ander woord voor toekomst
Duurzaamheid is een ander woord voor toekomst

Rekening houden met de economische impact op mens en planeet noemen we duurzaamheid. De term duurzaamheid op zich betekent niet zoveel: lang houdbaar of lang meegaand. Of betekent duurzaamheid juist veel te veel? Sommige mensen zijn daardoor geneigd om duurzaamheid een containerbegrip te noemen. Onterecht omdat de invulling van duurzaamheid gaat om het oplossen van urgente maatschappelijke en economische problemen.
 
Duurzaamheid gaat over de vraag: ‘Hoe creëren we weer welvaart, waardoor iedereen weer een kwaliteit van leven en werken ervaart, waarmee we weer vertrouwen krijgen in de toekomst?’ Want we zijn het vertrouwen in de toekomst een beetje kwijt. Als de Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter (1883-1950) nu nog geleefd had, had hij ons kunnen vertellen dat de onrust die wij nu voelen over de economie en de samenleving heel normaal is. Wij leven in een tijd van creatieve destructie, zoals hij dat noemde en beroemd mee is geworden. Als het oude plaats moet maken voor het nieuwe, gaat dat gepaard met onbehagen. Dat gaat niet zonder slag of stoot, maar een ding weten we zeker: we moeten zuiniger met onze planeet en alles wat er op leeft omgaan want anders is er straks te weinig over om door te geven aan toekomstige generaties.
 
Als we ons te lang blijven verzetten tegen de creatieve destructie, gaat het pijn doen. Dat zijn de haarscheurtjes van de transitiefase waarin het oude systeem en het nieuwe nog naast elkaar bestaan. We rijden op benzine en op elektriciteit, soms nog opgewekt door kolen. De waterstofauto, die begin deze eeuw al op de markt kwam, komt weer terug want ook die techniek heeft zich verder ontwikkeld. De diesel zit sinds de sjoemelsoftware en de grote bijdrage aan fijnstof in de lucht in het verdomhoekje, terwijl de overheid aanvankelijk dieselauto’s had aangemoedigd vanwege de lagere CO2-uitstoot.
 
Verwarrende tijden
 
Ook op het menselijk vlak zien we de transitie. Het ene deel van de wereldbevolking gebruikt zijn groeiende inkomen om meer vlees en suikerhoudend voedsel te eten. De andere helft is al weer bezig om flexitariër te worden of heeft de koolhydraten van het menu geschrapt. Beide denken aan gezonder en fitter worden. Toch zijn op dit moment meer mensen met ernstig overgewicht dan mensen die chronisch ondervoed zijn. En dat gaan we voelen in de kosten van de gezondheidszorg. Kortom, verwarrende tijden, ook als we geen terroristische aanslagen en oorlogen op twee uur vliegen, zouden meemaken.
 
De ongelijkheid wordt groter. De groei en bloei van het kapitalisme in Brazilië, Rusland, India, China en het Midden- Oosten heeft niet voor een rechtvaardige verdeling van de welvaart in die landen geleid. En ook bij ons in het Westen is de fixatie op snel en veel geld verdienen zonder rekenschap te geven aan mens en milieu nog steeds groot. Terwijl we een flinke kredietcrisis achter de rug hebben, die ons had moeten leren over hoe we met schulden om zouden moeten gaan. Ondanks al deze somberheid is er veel om blij van te worden en trots op te zijn.
 
We zien ondernemers, oud-politici, tv-persoonlijkheden en wetenschappers die allemaal hun best doen om de wereld te redden van onze destructieve neigingen. Wie had tien jaar geleden gedacht dat Microsoft-oprichter Bill Gates miljoenen zou investeren in een oplossing voor malaria en andere chronische ziektes in ontwikkelingslanden? Dat bedrijven als Google veel geld stoppen in de ontwikkeling van zonne-energie? Dat diverse oerconservatieve zakenmensen hun best doen voor een duurzame ontwikkeling?
 
Geen tijd te verliezen
 
Vele beursgenoteerde ondernemingen streven naar minder energiegebruik en daarmee een lagere CO2-uitstoot. Ze maken producten die circulair zijn, bijdragen aan een betere gezondheid. Ook in Nederland zijn er grote en kleine ondernemers die allemaal op hun eigen wijze bezig zijn hun bedrijfsactiviteiten te verduurzamen, sommige met het oog op hun portemonnee en toekomstige wetgeving, andere met passie en een echt gevoel van urgentie: we hebben geen tijd meer te verliezen.
 
Uiteindelijk maakt het niet uit hoe ondernemingen het aanpakken als ze het maar vanuit hun bedrijfsactiviteiten doen. Zij zijn geen filantropische instellingen. Om te blijven voortbestaan moeten ze geld verdienen. Die continuïteit is belangrijk voor werknemers en aandeelhouders, maar ook voor de samenleving als geheel. Bij maatschappelijke verantwoordelijkheid hoort dus ook het maken van winst. Hoevéél winst, daar kunnen de meningen over verschillen. Tegelijkertijd is het belangrijk dat ze belasting betalen waar ze gevestigd zijn en hun activiteiten hebben. Het is niet meer van deze tijd om als bedrijf of als rijke wereldburger bewust te zoeken naar een speciale belastingconstructie waardoor zij bijna geen belasting meer betalen.
 
Rol van overheden
 
Dat betekent dat ook overheden op nationaal en internationaal gebied met flankerend beleid moeten komen die die welvarende toekomst ondersteunen. Dus geen speciale belastingconstructies die andere, in het bijzonder zich ontwikkelende landen, beroven van hun rechtmatige deel van belastinginkomsten waarmee zij hun infrastructuur, gezondheidszorg en onderwijs kunnen financieren. En geen subsidies meer op het gebruik van fossiele brandstoffen. Dat zorgt alleen maar voor uitstel van creatieve destructie en die hebben we nu zo hard nodig om de transitie snel te maken.
 
Grote beleggers als pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen staan te springen om te investeren in de toekomst, maar als het rendement op duurzame oplossingen wordt gedrukt omdat de niet-duurzame oplossingen worden bevoordeeld, kunnen ze niet goed aan hun plicht van het verzorgen van een goed pensioen voldoen.
 
Als we net als Schumpeter willen dat de markt zijn werk doet via de creatieve destructie, moeten we ook zorgen dat gevestigde belangen van de bedrijven uit de oude economie worden doorbroken. Dan moeten we de schade die bepaalde activiteiten veroorzaken gaan beprijzen bijvoorbeeld via een fijnstof- of CO2-belasting. Zo kunnen we ook van de halfslachtige subsidies voor nieuwe ontwikkelingen die kunnen bijdragen aan een duurzame toekomst af. Laat de oude en de nieuwe economie op een gelijk speelveld de concurrentie maar aangaan. Hoe eerder we uit de transitie zijn, hoe beter het wordt.  Duurzaamheid is een ander woord voor toekomst