De ‘Tesla onder de hotels’ staat in Amsterdam

De ‘Tesla onder de hotels’ staat in Amsterdam
In het hotel van de toekomst worden kringlopen gesloten, leren de installaties over de gast en is duurzaamheid de standaard. Hoe dat eruit ziet, wordt zichtbaar in het QO. Een gast bij dit Amsterdamse hotel merkt weinig van het duurzame karakter. En dat is nu juist de bedoeling.

27-06-2018 08:07 | DOOR: RIANNE LACHMEIJER

Duurzame luxe, dat is het idee achter het hotelconcept QO. Dit komt terug in de materiaalkeuze, menukaart en installaties. Tegelijkertijd moet de gast er niet mee lastig worden gevallen. “Wij leggen de verantwoordelijkheid niet bij de gast neer, maar nemen die zelf”, legt Inge van Weert, general manager van het hotel, uit.

'Over het algemeen is een hotel een erg verspillende omgeving'

InterContinental Hotels Group (IHG) is verantwoordelijk voor het management van het QO. Daarnaast zijn er nog veel andere partijen bij het hotel betrokken. Zo is het QO ontwikkeld door Amstelside en bij het ontwerp en de realisatie van het hotel zijn ook 4Building, Arup, Conran and Partners, Mulderblauw architecten, Paul de Ruiter Architects, TANK en TBI ondernemingen Croonwolter&dros en J.P. van Eesteren betrokken.

Duurzaam hotel-concept
Een patchwork van schuifbare panelen en grote ramen kenmerkt de gevel van het hotel. Boven de glazen draaideur wordt net de naam Persijn geplakt, een ‘Dutch-eatery’ die op de begane grond is gevestigd. De naam verwijst naar de dertiende-eeuwse Amsterdamse grondeigenaar Jan Persijn van Velsen. Die keus is heel bewust gemaakt. Verbinding staat namelijk centraal bij het QO. Verbinding tussen hotel-bezoekers en buurtbewoners, het gebouw met de wijk en de wijk met de stad. QO 

“Het is een universele behoefte van mensen om bij een community te horen, of dat nou in een shed in Guatemala is of in een penthouse in Manhattan”, zegt Xander Bueno de Mesquita. Met zijn visie begon het project circa 10 jaar geleden. Toen hij na een meerjarige reis terugkwam in Nederland besloot hij dat hij deze universele behoefte wilde vertalen naar een duurzaam hotelconcept.

‘De Tesla onder de hotels’
“Ik ben ervan overtuigd dat hospitality de oplossing is voor het verduurzamen van de maatschappij”, zegt Bueno de Mesquita. Voor hem staat hospitality voor goed zorgen voor elkaar en voor de omgeving. “Duurzaamheid gaat niet alle'Ons motto was: voer geen afval aan.'

Ook in de contracten met onderaannemers werd afvalrecycling en -reductie meegenomen. Volgens Sven-Pieter van der Giesen van bouwbedrijf J.P. van Eesteren was er veel aandacht voor het voorkomen van afval, bijvoorbeeld door aanvoer van materiaal in kratten of gewikkeld in kleden in plaats van het gebruik van piepschuimverpakkingen. “Ons motto was: voer geen afval aan.”

Bij de materiaalkeuze is ook rekening gehouden met hergebruik en afstand. Zo is de gevel van de voormalige Shell-toren vermalen tot granulaat en verwerkt in de betonconstructie van het QO. Daarnaast is minstens 50 procent van al het materiaal dat gebruikt is tijdens de bouw afkomstig  uit locaties binnen een straal van 800 kilometer. Het gaat daarbij om de hele keten. “FSC-gecertificeerd hout dat is gekapt in Duitsland, maar vervolgens in Tsjechië wordt verwerkt voldoet dus niet.”

Afval is een van de kringlopen waar het hotel op focust. De andere zijn water, energie en voedsel. Zo krijgt douchewater opnieuw waarde als doorspoelwater voor de wc en worden groente, kruiden en vissen in een gesloten systeem in de kas gekweekt.

Een intelligente gevel die warmte oogst
Bij het sluiten van de energiekringloop was energiezuinigheid belangrijk. “Energiezuinigheid draait om trias energetica: dat je zoveel mogelijk energie bespaart, voordat je het gaat opwekken”, vertelt Paul de Ruiter van het gelijknamige architectenbureau.

Bewegende panelen op de gevel reageren door koppeling met het gebouwbeheerssysteem op het buitenklimaat en de gewenste temperatuur van de gast. Door het open- en dichtschuiven van de panelen kan warmte ‘geoogst’ of buitengesloten worden. Dit levert een energiebesparing van 65 procent op voor verwarming en 90 procent op koeling.

“Dit is nog nergens in de wereld op deze schaal uitgevoerd”, zegt De Ruiter trots. Het maakt onderdeel uit van zijn promotieonderzoek waarin gebouwen, zoals dit hotel, energie gaan produceren in plaats van consumeren.

Innovatieve installatietoepassingen
Vanaf de begane grond bereiken bezoekers met een betonnen trap de vergaderruimten en de receptie van het hotel. De receptie is expres niet naast de ingang geplaatst zodat buurtbewoners zich niet belemmerd voelen wanneer zij op de begane grond koffie willen drinken of een hapje willen eten. De cocktailbar op de 21ste verdieping is per lift bereikbaar. Die schiet in hoog tempo de tussenliggende verdiepingen voorbij, waar de hotelkamers zich bevinden.

De hotelgast kan deze verdiepingen bereiken door zijn pasje te scannen. Binnenkort wordt deze data gebruikt door de kamer om zich voor te bereiden om de komst van de gast: de panelen voor het raam schuiven open, de lichten gaan aan en de temperatuur wordt ingeregeld.

'Techniek brengt een gebouw tot leven'

“Sommigen vinden techniek een saai onderwerp, maar techniek brengt een gebouw tot leven”, zegt André Praat van Croonwolter&dros. “Als het gebouw het menselijk lichaam is, dan zijn de installaties die erin zitten het hart, de longen en de zenuwbanen.” De installaties zorgen ervoor dat een gebouw gaat functioneren.

Doordat Croonwolter&dros als technisch dienstverlener, net als veel andere partijen, vanaf het begin betrokken was, was het makkelijker om innovatieve installatietoepassingen in te passen in het ontwerp. Praat legt het als volgt uit: “Vaak gaat het in de bouw om na-bereiding, maar als je in plaats daarvan alles voorbereid, kun je het in een keer goed doen.”  

Onzichtbare techniek
“Als je niets ziet van de techniek, dan hebben wij goed werk geleverd”, aldus Praat. Hetzelfde geldt voor de inregeling van installaties. “Zoals iedereen weet is een hotelkamer vaak te heet of te koud, maar nooit echt aangenaam”, zegt De Ruiter. Bij het QO wordt deze negatieve ervaring voorkomen doordat het gebouwbeheerssysteem zich aanpast op de gewenste temperatuur van de gast.

Bij binnenkomst in de hotelkamer wordt de aandacht van de gast daardoor niet gevestigd op grote installaties aan de muren of een onprettige temperatuur. In plaats daarvan valt gelijk het uitzicht op. Vanuit de deuropening, de douchecabine of al tandenpoetsend bij de wastafel, de blik van de gast glijdt automatisch naar buiten: naar de langsrijdende auto’s op de ring, de treinen en de flitsende reclames bij Bijlmer Arena.

'Het gaat om co-creatie met onverwachte partijen'

Het hotel zoekt actief de connectie met de stad en de omgeving. Volgens Bueno de Mesquita is dit noodzakelijk voor een duurzaam gebouw: “Het gaat om co-creatie met onverwachte partijen, dus niet alleen met architecten, maar ook met de buurt.” Zo kan de kas op het dak dienst doen als educatielocatie voor de lokale school.

Duurzaam hotel in een duurzame wijk  De locatie van het duurzame hotel is niet toevallig. Het past in het stedenbouwkundig plan van de stad Amsterdam om de wijk Amstelkwartier duurzaam te her-ontwikkelen. De gevel van een nabijgelegen flat hangt vol met zonnepanelen, de bouw van de houten woontoren HAUT is in volle gang en binnenkort start de herontwikkeling van de voormalige Bijlmerbajes tot duurzame woonwijk.

Een duurzaam hotel past daar dus naadloos tussen. Toch gaan duurzaamheid en een hotelomgeving niet automatisch samen, stelt general manager Inge van Weert: “Over het algemeen is een hotel een erg verspillende omgeving.”

Het management van het QO wijkt af van die norm met haar zero waste-ambitie. Om dat te bereiken maakt het QO afspraken met partners en toeleveranciers. Zo leveren boeren groente- en fruit aan in kratten die het QO hen heeft gegeven. In de kamers zitten de verzorgingsproducten in zakjes, doosjes of grote navul-verpakkingen. Met elke partner zijn zowel afspraken gemaakt over de manier waarop producten worden aangeleverd en wat er gebeurt op het moment dat producten niet langer meegaan. “Zo kunnen over een jaar of twee plantenpotten worden gemaakt van de uniformen.”

Ook in het menu in het restaurant en de cocktailbar komt de duurzame visie terug. Er is gekozen voor  ‘Dutch cuisine’, waardoor de nadruk ligt op het gebruik van lokale producten. Zo zit in de Mojito geen limoen maar appel en bevat een naar mango-smakende cocktail Hollandse duindoorn.

Duurzaamheid de standaard
In het QO is duurzaamheid de standaard, maar in Nederland nog niet. Daarom zijn sommige ambities nog niet te realiseren. Zo draait de bio-warmtekrachtkoppeling, die een groot deel van het hotel van elektriciteit voorziet, nu op plantaardige olie.  Liever zou Van Weert daarvoor het oude frituurvet van de McDonalds aan de overkant gebruiken. Wetgeving belemmert deze wens, want het verwerken van reststromen is voorbehouden aan afvalverwerkers.  

Toch toont het hotel aan: met een duurzame visie, doorzettingsvermogen en co-creatie met onverwachte partijen kan duurzaamheid de standaard worden. Zonder dat de bezoeker daar iets van hoeft te merken komt duurzaamheid overal terug: van de bouwtekening tot op het bord.

Luister ook: PODCAST: Marco Lemmers: duurzaam hotel uitdagende businesscase

Dit artikel is onderdeel van onze themamaand Stad van de Toekomst. Klik hier om alle artikelen over dit thema te lezen.
AFBEELDINGEN EXTERIEUR: OSSIP | AFBEELDINGEN INTERIEUR: TODAYSBREW 
 
  De ‘Tesla onder de hotels’ staat in Amsterdam

De ‘Tesla onder de hotels’ staat in Amsterdam