Bestekonderdelen STABU

In de woningbouw wordt veelvuldig gebruik gemaakt van bestekteksten, die volgens de STABU systematiek zijn opgesteld (STABU, 2008). Een projectbestek wordt opgesteld aan de hand van voorbeeldbestekken, eventueel aangevuld met BNA aanbevelingen. Gebruikmakend van de vaste STABU coderingen (STABU, 2011) voor de diverse bestekonderdelen kunnen aanbevelingen voor inzet van biobased bouwproducten worden ingevoerd. In dit hoofdstuk worden de meest relevante bestekonderdelen voor toepassing van de diverse vermelde producten uit hoofdstukken 3-5 volgens de STABU nummercodering aangegeven. Tussen <> zijn relevante paragraafnummers aangegeven.

website van de STABU
 
05 – Bouwplaats voorzieningen
  • Wapening van tijdelijke wegfunderingen, tijdelijke ophopingen, geluidswallen, oever bescherming   <3.10.3>
  • Verpakkingsmateriaal voor bouwmaterialen: Biobased kunststoffen, papier, karton, jute weefsels, non-woven vilt   <3.6.9 en 5.5>
  • Beschermingsmateriaal tijdens bouw: bv jute doek en planken ter bescherming van boomstammen.
12 – Grondwerk 
  • (Tijdelijke) gronddrukspreiding door een biobased non-woven vlies van kokos of PLA <3.10.3>
  • Scheidingsfolies of korrels onder een tijdelijke stortplaats   <3.6.9 en 3.7.8>
14 – Riolering en drainage 
  • Gescheiden opvang hemelwater, grijswater, sanitatie   <5.8>
  • Verticale en horizontale drains met tijdelijke functie worden momenteel vrijwel uitsluitend op basis van kunststof profielen en non-wovens gemaakt. (Bio)degradeerbare bioplastic materialen zouden hiervoor uitstekend dienst kunnen doen .
15 – Terreinverharding 
  • Taludbescherming, grondwapening, wegfundering  <3.7.9>
  • Terras, bestrating   <3.3; 3.4; 3.6.7>
17 – Terrein inrichting 
  • Hekwerk:  kastanjehout, verduurzaamd vurenhout, wilgenschermen   <3.1; 3.4; 3.10.3> 
  • Paden: houtsnippers, schelpen  <3.1 en 3.7.9>
  • Piketten  
  • Beplanting 
20 – Fundering (palen en damwanden)
  • Heiwerk: Fundering met houten heipalen wordt minder toegepast in nieuwbouw vanwege risico’s (op termijn) van houtrot op de scheiding water-lucht. Een oplossing daarvoor zou kunnen zijn een (partiële) verduurzaming van het hout door impregnatie. Ook behoren “opzetters” van beton tot de technische oplossingen.  
  • Damwanden: vingerlassen van tropisch hardhout en inlands vuren.
  • Lichtgewicht Schuimbeton fundering, bij voorkeur met organische additieven als schuimmiddelen (eiwitten) en plastificeerders (lignine). 
  • Menggranulaat als grindvervanger.
21 – Betonwerk en isolatie
  • Mogelijke inzet van biobased grondstoffen in cement en beton komt aan de orde in <3.6.1 en 3.6.2>.
  • De diverse opties voor isolatie met hernieuwbare bouwgrondstoffen zijn uitgebreid beschreven in <3.7>.
22 – Metselwerk, buitenwanden, woning scheidende wanden
  • Metselwerk van baksteen <3.6.6> kan worden opgetrokken met schelpmortel als alternatief <3.7.9>.
  • Ongebakken klei en composietstenen   <3.6.7>
  • Vezelcement bouwblokken   <3.6.1>
  • Prefab verlijmde houtproducten   <3.2.4> 
  • Leemblokken   <3.6.5>
  • Strobalen   <3.6.5>
  • Turfblokken   <6.1.1>
De diverse houtbouwsystemen <3.1> kunnen worden gecombineerd met buitenwanden en woningscheidende wanden, die bijvoorbeeld worden opgetrokken met zogenaamde houten I-liggers <3.2.4> met daar tussen isolatiemateriaal <3.7> en afgewerkt met een binnen- en buitenplaat:
  • Geperste vezelplaat   <3.2.4; 3.5; 3.6.1; 3.6.3; 3.6.4>  
  • Shingles   <3.1; 3.3; 3.6.8> 
  • Leem   <3.6.5>
  • Schelpenkalk stuc   <3.7.9>
  • Geperste vezelblokken (strobalen)   <3.6.5>
Bij de constructie van wanden en daken is er discussie over de beste manier van isolatie met betrekking tot koudebruggen en vochtkering. In de context van de discussies over toepassingen van een damp-remmende laag of juist een dampdoorlatende laag worden diverse oplossingen aangedragen (Meuwissen, 2004), die betrekking hebben op inzet van kunststoffolies:
  • Dampfolie (Delta-vent) waterdicht damp-open
  • Damp-remmende folie, dampdichte folie, winddichte folie 
  • PE-papier, glasvezel-PES, paraffine papier
  • EPDM rubber afdichting bestand tegen UV. 
Materialen t.b.v. onder peil constructies: kalkzandsteen <3.6.4>,  composiet steen <3.6.7> en water werende folie <3.6.9>.
 
24 – Ruwbouwtimmerwerk, balkconstructies, raveling, kapconstructie

Voor HSB ruwbouwtimmerwerk wordt een milieukeurmerk als FSC meer een meer vereist. Voor keuze van houtsoorten voor specifieke toepassingen wordt verwezen naar <3.1 en 3.2>.
Hout wordt met name nog veel toepast in: 
  • Regel-, tengel- en rachelwerk
  • Woningscheidende wanden
  • Binnenwanden
  • Verdiepingsvloeren
  • Dakconstructie
  • Sporen, balklagen  en liggers 
  • Nokgording, schuine daken
  • Sporenkap, dakbeschot en panlatten
30 – Kozijnen, ramen & deuren, roosters, hang en sluitwerk

Kozijnen van 
  • Geselecteerde houtsoorten   <3.1.3> met FSC en KOMO attest
  • Verduurzaamd en gemodificeerd hout   <3.3 en 3.4>
  • vezelkunststof composieten   <3.6.8>
  • Binnenkozijnen, bijv. geïmpregneerd met lijnolie   <3.3.1>
Deuren
  • Massief tropisch hardhout <3.1> o.a. sipo, afzelia, meranti
  • Massief inlands lariks
  • Gelamineerde deuren op basis van MDF, met melamine coating
  • Gefineerde deuren met kurkvulling 
  • Opdekdeuren met karton honingraatvulling
Hang en sluitwerk: standaard RVS (evt. met houten krukken).

31 – Gevelbekledingen 

Voor gevelbekleding zijn de volgende producten in gebruik:
  • Houten gevelbetimmering bijv Lariksdelen   <3.1>
  • Gecoat of geimpregneed hout   <3.3>
  • Gemodificeerd hout   <3.4>
  • Houten shingles   <3.1>
  • HDF   <3.5.5>
  • Vezelcement   <3.6.1>
Buiten stucwerk:
  • Schelpkalk  <3.7.9>
  • Kalleipleister  <3.6.4>
  • Leemstuc  <3.6.5>
Gevelbeplanting is onder bepaalde omstandigheden decoratief toepasbaar  <3.9>
 
32 – Trappen en balustraden

Trappen, muurleuningen en traphekken kunnen worden uitgevoerd met diverse houtsoorten en houtproducten:
  • Hardhout of naaldhout  <3.1> 
  • Geïmpregneerd of gecoat hout  <3.3> 
  • Gemodificeerd hout  <3.4> 
  • Verlijmde laminaten en houtcomposieten  <3.2 en 3.6.8>
33 – Dakbedekking, isolatie, bitumen, dakpannen, shingles, felsplaat
  • Houten shingles   <3.1>
  • Groen dak of vegetatie dak, sedum begroeiing   <3.9>
  • Rieten dak   <3.7.7>
  • Vezelcement golfplaten   <3.6.1>
  • Vezelcement dakpannen   <3.6.1>
  • Bitumen composiet biofolie   <6>
  • EPDM afdekvliezen vegetatiedaken   <3.9>
  • Rubberen tegeldragers, drainage tegels   <3.9>
  • Natuur rubber of gerecycled rubber als EPDM vervangers  <6>
  • Dakranden, kraallatten <3.1>
34 – Beglazing 
Voor glas is om verschillende redenen moeilijk een biobased vervanging te vinden met dezelfde kwaliteit. Standaard HR++ wordt aanbevolen. In sommige toepassingen (bijvoorbeeld koepels) kunnen polycarbonaat (potentieel ook uit hernieuwbare grondstoffen) of cellulose acetaat (CA) gebaseerde producten worden ingezet. Deze materialen zijn transparant, hoewel CA een lichtgele kleur heeft.
 
35 – Natuur- en kunststeen (dorpels )
Binnendorpels vragen om slijtbestendige hardhoutsoorten: beuken, eiken, jatoba <3.1.3>.
Hout wordt voor buitendorpels slechts beperkt toegepast vanwege schimmel- en rottingsrisico’s.
 
36 – Voegvullingen
Voor voegvullingen als overgang tussen verschillende materialen worden kunststoffen en elastische kitten ingezet. Voegvullingen zijn potentieel biobased te maken met bijvoorbeeld rubber, biobitumen, stopverf  <3.8 en 6>.
 
37 – Na-isolatie

Voor na-isolatie zijn verschillende biobased producten op de markt: 
  • Vlas- en hennepwol    <3.7.1>
  • Spuitbaar cellulose   <3.7.2>
  • Kurk   <3.7.3>
  • Katoen uit gerecycled textile   <3.7.4>
  • Kokos vilt   <3.7.5>
  • Schapenwol   <3.7.6>
  • Riet   <3.7.7>
  • Schelpen   <3.7.9> 
  • Biofoam   <3.6.9>
40 – Stukadoorwerk, pleisterwerk, buiten stuc en binnen stuc, wanden en plafonds

Leem-stuc en schelpen-stuc worden relatief veel toegepast in wandafwerking 
  • Leemstuc   <3.6.5>
  • Schelpenstuc   <3.7.9>
  • Behang   <5.5>
  • Tegels   <5.4>
  • Spuitwerk pleister mortel   <3.6.4> 
  • Rogips (Brander Kristal)   <3.6.3>
  • Spuitbaar cellulose   <3.7.2>
42 – Dekvloeren en vloersystemen
  • Composiet steen afwerkvloer (magnesiet gebonden houtvezel)  <3.6.7>
  • Zwevend dekvloer   <3.7.2>
 
44 – Plafond- en wandsystemen
  • Spaanplaat en vlasscheven platen   <3.5.2>
  • Stroplaten   <3.5.7> 
  • Vezelcement platen   <3.6.1>
  • Zachtboard   <3.7.10>
  • Gipsvezelplaat   <3.6.3>
  • Karton   <5.5>
45 – Afbouw timmerwerk, lijsten en plinten 

Voor HSB afbouwtimmerwerk wordt een milieukeurmerk als FSC meer een meer vereist. Voor keuze van houtsoorten voor specifieke toepassingen wordt verwezen naar <3.1 en 3.2>.
 
46 – Schilderwerk

In hoofdstuk 3.3 worden de verschillende coatings en impregneermiddelen voor hout en houtproducten besproken.
 
  • Buitenschilderwerk
  • Binnenschilderwerk
  • Trappen en hekwerk
47 – Binneninrichting 
  • Wandbekleding   <5.4>
  • Papier en karton   <5.5>
  • Installatie   <5.6>
Binnen deze studie zijn kasten en keukeninrichting zoals aanrecht, keukenbladen en buffetbladen buiten beschouwing gelaten.
 
48 – Vloerbedekking

Zie hoofdstuk 5, waar diverse vloerbedekkingsmaterialen worden omschreven zoals:  
  • Linoleum   <5.1>
  • Parket, laminaat en kurk   <3.7.3 en 5.2> 
  • Tapijten en vloerbedekking   <5.3>
 
50 – Dakgoten en hemelwaterafvoer / Goot en regenpijpen
  • Houten goot   <3.1>
  • Regenwater reservoir   <6> 
61 – Ventilatie en Luchtbehandelingsinstallaties

In dit verband zijn de discussies relevant m.b.t. ventilatiesystemen en damp-open bouwen. Om de EPC waarde van een woning te verbeteren is installatie van ventilatiesystemen gunstig.